14 Van A naar B

Bijna zo lang de mens er is bestaat zijn behoefte om zich (snel en makkelijk) te verplaatsen. Via spierkracht; te voet of op de rug van een dier.
Een tijd later volgde de hondenslee, paard en wagen, de handkar, de hete luchtballon en nog later de fiets.
 

In de industriële revolutie kwamen daar gemotoriseerde voertuigen bij: ‘duivelse machines met grommende harten’…  
Oftewel transportmiddelen om mensen, dieren of goederen te vervoeren van de ene plek naar de andere (en zo gewenst weer terug): op het land, in de zee of door de lucht.

     In dit project leren kinderen van alles over voertuigen, bedenken ze een           fantasievoertuig en leren dat uit te voeren in hout.

In hout? Ja hout!
Hout is sterk, licht en gemakkelijk te verwerken, maar heeft een natuurlijk karakter. Elke plank, balk of paal van hout is om deze reden dan ook uniek. Oneffenheden en imperfecties horen hierbij en maken deel uit van de charme en het unieke karakter van hout.

     De kinderen leren van alles over hout en doen ervaring op in het werken           met hout.

NB
Hout heeft een bewezen kalmerend effect. Onderzoek van het Human Research Institut toonde aan dat in klaslokalen met houten elementen de hartslag van leerlingen met gemiddeld 8.600 slagen per dag lager was dan in lokalen zonder hout.